top of page

Een jonge draak herkent zich niet in wat zijn

familie van hem verwacht, en besluit zich tegen

hen te keren wanneer hij zij vijand in bescherming

neemt.

 

Maar het lot maakt het de draak niet makkelijk, op zoek naar wie hij is, en wie hij wil zijn.

 

 

Ga mee op het avontuur van twee onwaarschijnlijke vrienden, een meisje en een draak.

   Reviews

1. Hallo, kleine draak

Tussen het geritsel van de bomen door, op een klamme zomeravond hoorde ik een vreemd gemurmel. Haar geur danste langs de bomen, en ik kon niet anders dan het achtervolgen, ik was nou eenmaal een nieuwsgierig wezen.

     Tussen de bomen zag ik haar wroeten in het groene, natte gras. Waarschijnlijk opzoek naar kleine insecten om mee te spelen. Ze zag er zo lief uit, zo onschuldig, zo ongevaarlijk, maar ik had kunnen weten dat ik bij haar uit de buurt had moeten blijven. Ons soort was haar vijand met een reden.

     Verscholen achter de grove rotsen en wilde begroeiing hield ik haar in de gaten. Soms keek ze op, en dacht ik dat ze me zag, maar even ongestoord bleef ze spelen met kleine stukjes steen.

       De zon ging langzaam onder en de zachte roze gloed die haar beschenen had veranderde in een blauwe deken die haar hulde in de duisternis.

       Ik was bang in het donker, ik weet niet waarom. De bossen waren overdag even dodelijk als in de nacht, maar 's nachts waren die akelig kromme bomen beduidend angstaanjagender dan overdag.

Ik vroeg me af of ze geen ouders had, wat ze hier zo laat nog deed, wat ze hier überhaupt kwam doen. Hier was geen plek voor haar soort, hier was plek voor iedereen behalve zij. Zoals er, waar plek voor hen was, geen plek was voor iemand anders. Zo waren we geboren, en zo groeide we op. Maar ik was nieuwsgierig, ik wilde haar beter leren kennen, proberen haar soort te begrijpen.

In plaats van angstig van mijn vijand weg te sluipen sloop ik langzaam naar haar toe. Ze keek weer op, toen mijn hoofd zich voorzichtig een weg door de begroeiing baande, en ik wist dat ze me had gezien.

Ze stond op en ontblote haar tanden, ik voelde me bedreigd en gromde diep, maar zij bleef even onbewogen staan. Haar ogen schitterde in het maanlicht, haar tanden waren stralend wit en ongevaarlijk. Ze was me niet aan het bedreigen, ze was nieuwsgierig net als ik.

'Hallo daar, kleine draak!' gniffelde ze zachtjes.

Voorzichtig sloop ik naar haar toe, terwijl ze verwelkomend door haar knieën zakte en haar handen naar me uit stak.

    Hoofdstuk 1 

   Blog posts

Dyonne @linoon4

bottom of page